De Lauwerszee is ontstaan tijdens de watersnood van 1280.
De eerste plannen voor afsluiting van de Lauwerszee dateren al van 1849 en zijn afkomstig van waterstaatsingenieur Van Diggelen. Zijn belangrijkste argument voor een eventuele afsluiting van de Lauwerszee is de verbetering van de afwatering van het achterland omdat door verzanding van geulen in de Lauwerszee de (regen)waterafvoer is verslechterd. Daardoor zouden in natte perioden grote gebieden in Groningen en Friesland kunnen overstromen. Het grootste probleem van dit plan, net als van nieuwere plannen, was het verschil van 30 centimeter in het afwateringspeil tussen Friesland en Groningen. Door dit probleem en andere moeilijkheden (economische en politieke argumenten) werden deze plannen niet uitgevoerd.
De eerste plannen voor afsluiting van de Lauwerszee dateren al van 1849 en zijn afkomstig van waterstaatsingenieur Van Diggelen. Zijn belangrijkste argument voor een eventuele afsluiting van de Lauwerszee is de verbetering van de afwatering van het achterland omdat door verzanding van geulen in de Lauwerszee de (regen)waterafvoer is verslechterd. Daardoor zouden in natte perioden grote gebieden in Groningen en Friesland kunnen overstromen. Het grootste probleem van dit plan, net als van nieuwere plannen, was het verschil van 30 centimeter in het afwateringspeil tussen Friesland en Groningen. Door dit probleem en andere moeilijkheden (economische en politieke argumenten) werden deze plannen niet uitgevoerd.
Na de watersnoodramp van 1953 vonden de bestuurders in Groningen het uiteindelijk toch hoog tijd dat de Lauwerszee afgesloten werd. Het belangrijkste argument hiervoor was de veiligheid van de inwoners van Friesland en Groningen. Het risico op een overstroming van het omringende land bij een stormvloed was te groot.
Er waren twee mogelijkheden om de Lauwerszee af te sluiten: het ophogen van de omliggende zeedijken of het aanleggen van een afsluitdijk. Het ophogen van de zeedijken was gunstiger voor de natuur en voor de visserij, maar de inwoners van Groningen en Friesland wilden het liefst een afsluitdijk, omdat dat veiliger was.
Uiteindelijk is, onder druk van de bevolking, voor gekozen voor de afsluitdijk.
In 1960 lag het ‘Besluit tot droogmaking van de Lauwerszee’ op tafel.
Voor het gebied bij de Lauwerszee had Rijkswaterstaat twee mogelijkheden: of de omliggende zeedijken van 32 kilometer lang op Deltahoogte brengen (de vereiste dijkhoogte volgens de Deltawet) of een afsluitdijk aanleggen van 13 kilometer lengte. Omdat dat laatste naast dat het veel voordelen op zou leveren het duurste was, wilde de regering voor de eerste, veel goedkopere optie kiezen. De Friese bevolking in het gebied protesteerde massaal tegen dit besluit van de regering. ‘De Lauwerssé moat ticht’, was hun leus.
In de beurs in Leeuwarden was een bijeenkomst waar 4000 demonstranten op af kwamen.
De Lauwerszee moest volgens hen dicht, voor de veiligheid van de bewoners.
Een handtekeningenactie leverde 135.000 handtekeningen op, die werden overhandigd aan de regering.
Met succes: op de 10e juni van 1960 herzag het kabinet zijn eerder genomen beslissing en nam het ‘Besluit tot droogmaking van de Lauwerszee’. Er zou een afsluitdijk komen, van dertien kilometer lang, op voorwaarde dat de provincies Friesland en Groningen meebetaalden en voor het onderhoud van de dijk zouden zorgen.
Ook hoefde de staat niet mee te betalen aan de inpoldering van nieuw land binnen de dijk.
De garnalenvissers uit Zoutkamp waren fel tegen het plan, dat ingrijpende gevolgen zou hebben voor de visserij en hun werkgebied, de Lauwerzee. Ze vreesden dat die in een ‘troosteloze modderpoel’ zou veranderen. Ook natuurbeschermers zagen de afsluiting niet zitten; een van de laatste inhammen van de Waddenzee zou immers verdwijnen, samen met de dieren die er leefden. Toch ging het dit keer wel door.
Een jaar na het genomen besluit begon Rijkswaterstaat te werken aan het grote project. Er moesten naast een afsluitdijk spuisluizen en een schutsluis aangelegd worden. Er werd gekozen voor sluizen in plaats van een gemaal omdat dat goedkoper was. Bij Oostmahorn werd in dat jaar een werkhaven aangelegd, die als ligplaats voor baggerschepen diende en veerhaven voor de verbinding met werkeiland Lauwersoog. Dit eiland was in 1963 klaar, 1240 meter in lengte en 550 meter breed. Hierop moesten rond de honderdvijftig arbeiders verblijven. Daarvoor werd het eiland aangesloten op water, elektriciteit en telefoon.
Aan de arbeiders de zware taak om de afwateringssluizen, de schutsluis en caissons te bouwen en ze uiteindelijk te plaatsen. De afwateringssluizen zijn in feite twaalf grote kokers van beton die bij laag water het water uit het Lauwersmeer naar de Waddenzee laten stromen, onder de dijk door. De schutsluis werd gemaakt om schepen van en naar het Lauwersmeer te laten varen. Net als de sluizen was deze in 1967 klaar. De caissons zijn eveneens van beton. Het zijn grote bakken, van 33 meter lang, 15 meter breed en 12 meter hoog die konden blijven drijven. Elk caisson heeft sluizen die met een stalen klep worden gesloten. Er werden er vijfentwintig van gebouwd. Ze werden op een drempel in zee gevaren en daar afgezonken.
Er tegenaan zou de dijk worden gebouwd.
Koningin Juliana was erbij toen de twee laatste, voor de gelegenheid oranje geverfde caissons naar hun plek werden gevaren en naar de zeebodem zonken. Dat was op 23 mei 1969. Twee dagen later, op de 25e mei zag het Lauwersmeer het levenslicht. Toen het eb werd en het sein ‘kleppen dicht’ klonk, gingen alle honderdvijftig kleppen van de caissons dicht en daarmee was de afsluiting van de Lauwerszee een feit. Een jaar later was de dijk klaar. De caissons zijn eronder verdwenen. Er was een gebied ontstaan van ruim 9100 hectare; 2000 daarvan bestond uit water. De grond die was ingepolderd, aangrenzen aan het oude land werd gebruikt voor de landbouw.
De vissershaven van Zoutkamp werd verplaatst naar Lauwersoog, want vissen op de Lauwerszee kon niet meer. Vissoorten als schol, sardien, schar, tong en garnalen verdwenen. Het vissersdorp verloor hiermee plotsklaps zijn levendige centrum, wat de Zoutkampers nog steeds heel jammer vinden. Toen koningin Juliana Zoutkamp destijds bezocht, hingen er overal vlaggen halfstok. In het Lauwersmeer stroomde geen zout zeewater meer.
Plaatsing van de laatste twee caissons, 23 mei 1969
Ondanks dat er een stuk waddennatuur verloren ging, kwam er een geheel nieuw natuurgebied voor terug, met vissoorten als paling en snoekbaars. Er werden volop wandel- en fietspaden in aangelegd en ook een aantal stranden. In 1987 kwam er een militair oefenterrein, Marnewaard. Sinds 2003 is het Lauwersmeergebied een Nationaal Park. Toch heeft het vriend en vijand verbaasd hoe snel de natuur het Lauwersmeer heeft omgetoverd tot een geheel nieuw natuurgebied met internationale allure. Binnen dertig jaar de titel Nationaal Park waard, een prestatie van formaat! In 2019 was het vijftig jaar geleden dat de Lauwerszee werd afgesloten.
(Bronnen: Diverse van internet, Lauwersmeerkoerier.nl, Zoutkamp.net, Wikipedia)