HUIS TEN DIJKE PIETERBUREN - Alles van het Marnegebied

Ga naar de inhoud
Huis ten Dijke te Pieterburen, ook wel Dijksterhuis genoemd.
Pieterburen is meer dan een dorp aan zee, het is een dorp met en rijke geschiedenis.

Piraten en andere zeeschuimers
Het  Huis ten Dijke of Dijksterhuis tien minuten lopen vanaf Pieterburen is  het meest noordelijke versterkte huis van ons land. Regelmatig moesten  de bewoners, verschanst in de versterkte toren zich weren tegen piraten  en andere zeeschuimers. De weg erheen droeg de naam Esschenweg, maar  werd door de omwonenden wegens de als spookachtig ervaren omgeving vaak  de heksenweg genoemd.

In 1371 bestond er reeds een steenhuis op een buitendijkse zandplaat. De  borg, vroeger aangeduid als Huis ten Dijke werd gebouwd op een  zandplaat op het Wad. Mede daarom wordt aangenomen dat de eerste  bewoners de kost verdienden met zeeroof en tot de zogenaamde Likedelers  gerekend moeten worden. Likedelers waren zeerovers en de opvolgers  van de Victualiënbroeders, die rond 1300-1400 de noordelijke kustwateren  onveilig maakten. Nadat het Klooster van Aduard zijn voorwerk op het  eiland Bosch had opgegeven oefende de borgheer van Dijksterhuis het  recht van strandvondst uit voor het klooster.

Eeuwenlang werd het  wel en wee van het dorp en zijn bewoners voor een groot gedeelte  bepaald door de heren van de borg, die ten noordwesten van het dorp lag.  Van oorsprong was het kleine kasteel (in Groningen borg genoemd) een  versterkt (steen)huis. Vanwege de oorspronkelijke zandplaat lag het huis  hoger dan zijn omgeving van jonge zeeklei. Die ligging zorgde er voor  dat de borg zowel de stormvloed van 1570 als die van 1717 ongehavend  doorstond.
De eigenaren van de borg Huis ten Dijke ook wel  'Dijsterhuis' genoemd, bezaten veel land in Pieterburen, Eenrum en  Westernieland en daaraan ontleenden ze onder meer het recht van  rechtspraak , de jacht- en de strandrechten en het recht de dominee en  de schoolmeester te benoemen.

Bewoners
Rond 1400 worden er bewoners met de naam Ten Dijke genoemd. Fock ten Dijke in 1406 is de eerst bekende bewoner.
In  1420 volgt Abele ten Dijke en in ongeveer 1440 Ode ten Dijke. Of het  huis of de familieverwantschap naamgevend waren is niet bekend. In 1521  is Luirt Rengers, zoon van Ditmar rengers, bewoner en hoofdeling ten  Dijke.
In 1550 zijn Hayo Manninga en diens echtgenote, de bewoners. Rond  1599 erft Emerentiana van Sonoy, dochter van Diederik Sonoy, de borg en  woont er tot 1621. Haar zoon Hayo Unico Manninga erft het huis en noemt  het Dijksterhuis. Bijzonder aan Dijksterhuis is dat deze borg  een van de weinige borgen is die nimmer verkocht is, maar steeds door  overerving in andere handen kwam. De laatste eigenaar was Gerhard  Alberda van Menkema en Dijksterhuis. Zoals zijn naam aangeeft was deze ook eigenaar van de Menkemaborg in Uithuizen.
Met  de omwenteling in ons land in 1795, die gevolgd werd door de zogenaamde  Franse tijd, werden de heerlijke rechten afgeschaft en verloren ook de  bewoners van het Huis ten Dijke hun invloed. Na de Franse tijd volgde  wel, tijdelijk, een gedeeltelijk herstel, maar uiteindelijk moest de  landadel (in Groningen ) het loodje leggen en de borgen, die eens in  grote getale in de provincie te vinden waren, verdwenen bijna allemaal.
Als een van de laatste ook Ten Dijke: het werd in 1902 op afbraak  verkocht (voor ƒ 2.475,-- …) toen de laatste bewoner, jonker Gerard  Alberda van Menkema, overleden was.
Copyright 2003 ◄ MARNEGEBIED ► All Rights Reserved
© 2003 - 2024 Created by BenesWebDesign
Terug naar de inhoud