STOOMZUIVELFABRIEK DE MARNE LEENS - Alles van het Marnegebied

Ga naar de inhoud
Door de  landbouwers Eije Torringa en Schelto Toxopeus uit Zuurdijk en Derk Roelf  Mansholt uit de Westpolder en de industrieel Jan Frederik Beins uit  Rotterdam werd in 1890 gevraagd om een vergunning voor de bouw van een  stoomfabriek voor de bereiding van gecondenseerde melk. De fabriek zou  komen te staan aan de westzijde van de grintweg tussen Leens en Zuurdijk  bij de draaibrug Leenstertillen en grenzend aan het Leensterdiep. Het  gebouw kwam te staan aan de noord- oostzijde van het land dat eigendom  was van de weduwe A. Tebbens uit Leens. Bij de fabriek zou een  schoorsteenpijp komen van ongeveer elf meter hoogte waarmee de  afgewerkte stoom zou worden afgevoerd.

De fabriek zou een lengte  krijgen van 12.55 meter, een breedte van 8.00 meter en een hoogte van  8.00 meter. Met behulp van een stoommachine van drie a vier pk. kon de  gecondenseerde of samengeperste melk (melkpoeder) worden geproduceerd.  De fabriek werd wel gebouwd maar tot productie van melkpoeder is het  niet gekomen.

In 1892 zag het bestuur van De Stoomzuivelfabriek  "De Marne" er wel brood in om dit pand aan te wenden tot  stoomzuivelfabriek. Het bedrijf werd een coöperatieve en de  oprichtingsakte passeerde ten overstaan van notaris Reilingh in Leens.  Van het bestuur was Derk Roelf Mansholt voorzitter en L. Bolt  secretaris. De leden verplichten zichzelf om de af te leveren  hoeveelheid melk aan deze fabriek aan te bieden. De verbouwkosten van de  fabriek en de aan te schaffen inventaris bedroegen ongeveer 15.000  gulden. De schoorsteen kwam aan de zuidoosthoek te staan en deze kreeg  een hoogte van 12.50 meter. De afstand tot de grindweg was 12 meter en  vanaf de rand van het kanaal Ulrum - Warfhuizen 8 meter. Een afvoerbuis  vanaf de stoomketel liep naar een nabijgelegen sloot. Het spuien van het  water dat afkomstig was uit de stoomketel mocht vanaf de grindweg niet  zichtbaar zijn. De stoommachine die werd geplaatst kreeg een vermogen  van ongeveer 5 pk. en de ketel ongeveer 7 pk.

In de vergunning  kwam te staan dat het gebouw van steen moest zijn opgetrokken en een  niet vlambare dakbedekking
(dakpannen) moest krijgen. Het  gebouw kreeg nu een lengte van 15.50 meter en een breedte van 10.00  meter. In het verzoek werd nog meegedeeld dat de omgeving niet het  risico zou lopen dat vanuit de fabriek hinderlijk lawaai of schadelijke  dampen zouden komen. De fabriek bleef echter niet lang meer in stand en  in 1915 sloot ze haar deuren.
Advertentie van 17 juni 1910
Bron: Hogelandster 1995, Jannes Russchen
Diverse kranten
Hiernaast een plattegrond uit 1892 van de fabriek

1.  Kolenloods
2.  Melkontvangst
3.  Kantoor
4.  Kamer
5.  Melk koken
6.  Volle melkbak
7.  Ketel
8.  Stoommachine
9.  Pasteuriseren
10. Centrifugeren
11. Melkwarmer
12. Roombakken, 750 liter elk
13. Boter kneden
14. Drijfas
15. Karns
16. Schoorsteen
17. Overdekte spoelplaats
18. IJshut

Copyright 2003 ◄ MARNEGEBIED ► All Rights Reserved
© 2003 - 2024 Created by BenesWebDesign
Terug naar de inhoud