Groninger Meeuw - Alles van het MARNEGEBIED

Zoeken
Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Groninger Meeuw

Historie - 2

Marnegebied - De Groninger meeuw

De Groninger meeuw is een hoenderras dat aan het eind van de 18e eeuw is ontstaan op het Groninger grondgebied uit zwaardere Friese hoenders met donkerbruine ogen dan we nu kennen en de Duitse Oost-Friese meeuw. De Groninger Meeuwen behoren tot de landhoenderrassen en zijn levendig van aard. De Groninger Meeuw behoort tot de hoenders met een peltekening, dat wil zeggen dat het merendeel van de rompveren bij de hennen aan weerszijden van de veerschacht enkele paren zwarte vlekken of doppen hebben, die pellen worden genoemd. Deze pellen bevinden zich op een zilverwitte of goudbruine grondkleur en afhankelijk daarvan noemt men de kleurslag zilver- of goudpel.
De hennen hebben halsveren in de grondkleur en vleugels en staart vertonen de grondkleur met de genoemde peltekening.

De hanen zijn vrijwel geheel goud of zilverwit gekleurd, behalve de staart, want die is zwart. De Groninger Meeuw heeft donkerbruine ogen.
De Groninger Meeuw kent de grote- en de krielvorm in twee kleurslagen, terwijl bij de krielen als nieuwe kleurslag de citroenpel voorkomt.

Oorsprong en geschiedenis

Algemeen wordt verondersteld dat de Groninger Meeuw aan het eind van de 18e eeuw is ontstaan op het Groninger grondgebied uit zwaardere Friese Hoenders dan die we nu kennen, die destijds nog donkerbruine ogen bezaten, en de Duitse Oostfriese Meeuw.
Uit de inventarisatie van R. Houwink in 1888, tijdens een tocht door Noord-Nederland, wordt voor het eerst gedocumenteerd melding gemaakt van een grofgepeld zilver- en goudpel getekend landhoen, die groter was dan het Friese- en Drentse hoen op de markt in de stad Groningen. Op het Groningse platteland trof hij bijna geen Groninger Meeuwen meer aan.
De "Maifies" zoals ze lokaal werden genoemd, waren vrijwel geheel vervangen door buitenlandse rassen als de leghorn.
De eerstvolgende melding wordt gemaakt in 1913 waar eieren van Groninger Meeuwen of Friese Zilverpellen werden aangeboden.
In 1916 zijn Groninger Meeuwen te zien op een tentoonstelling in Winschoten waarbij het Groninger hoen en de Friese Hoenders één klasse vormen.

In 1918 schrijft Van Gink ”Alles wat we hier zeiden over de Oostfriese Goud- en Zilvermeeuwen geldt ook voor de Groninger Meeuwen, welke beide rassen geheel aan elkaar gelijk zijn".
Tenslotte wordt in 1919 de Groninger Meeuw officieel erkend. Ondanks de erkenning bleef de Groninger Meeuw een zeldzame verschijning op tentoonstellingen.


Op de site van De Groningen Meeuwenclub vindt u nog meer informatie.

 
Copyright 2015. All rights reserved.
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu