Mishandeling ambtenaar in 1912 - Alles van het MARNEGEBIED

Zoeken
Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Mishandeling ambtenaar in 1912

Rechtbank - Politie

Leendert B. dagloner te Ulrum, stond terecht, ter zake, dat hij in den nacht van 14 op 15 Dec. 1912 te Ulrum den onbezoldigd rijksveldwachter K. de Vries, terwijl deze surveilleerde, herhaaldelijk met de vuist in het gelaat heeft geslagen.
Leendert was te Ulrum in een café aan het jassen om schaapvlees.
Het werd tijd van sluiten — er is een tijd van komen en van gaan.
Op dit moment ontstond enige herrie.

Beklaagde ontkende echter ten sterkste de Vries, die ook in het café was, buiten te hebben geslagen; eveneens dat hij gezegd moest hebben: "Ik heb schijt aan de politie". De getuige a decharge R. Vos beweerde, dat beklaagde den onbezoldigde veldwachter niet heeft gestompt of geslagen; hij was steeds bij de herrie geweest.
Getuige J. Batema is, toen de Vries beval het café te verlaten, ook weggegaan. In het café heeft beklaagde wel de vuist opgestoken tegen de Vries, doch van wat buiten zou zijn geschied, heelt hij niets gezien. Het O. M. achtte het bewijs wettig en overtuigend bewezen en vroeg veroordeeling van beklaagde tot 5 dagen gevangenisstraf.

Rijksveldwachter K. de Vries

 
Copyright 2015. All rights reserved.
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu